• Mee spelen met liedjes is erg leuk om te doen.

  • Als je de toonsoort kan vinden door te luisteren en je kent de CAGED-patronen, dan is meespelen een fluitje van een cent. En erg leuk.

  • Je kan er doorheen spelen en je wordt er creatief van.

  • Je zult moeten gaan bouwen aan je eigen repertoire. Alleen dan krijg je grip op de materie.

  • Wat je hieronder ziet staan en feitelijk mijn repertoire. Via deze nummers / songs / liedjes maak ik mij het geheel eigen.

  • Dus steeds weer dezelfde vraag: hoe valt de muziektheorie samen met dit nummer? Wat is de toonsoort? Hoe worden de akkoorden gespeeld? Waarom klinkt het net even anders / beter als het op die en die manier gespeeld wordt? Hoe zit het nummer in elkaar.

  • Door studie te maken van de songs en na te spelen en mee te spelen krijg je grip op de materie.

  • Vervolgens kan je zelf met Spotify of Youtube het nummer op zoeken om heerlijk mee te gaan spelen.

  • Maar altijd za; moeten gelden: probeer te begrijpen wat er gebeurt. Alles wat je hoort zijn enkele tonen, twee-klanken, drie-klanken of vier-klanken.

  • Alles is dus uit te pluizen. Sommige composities zijn zo ingewikkeld dat je die maar even moet laten liggen. Begin met de eenvoudige songs die makkelijk in het gehoor liggen en niet al te complex klinken. Anders gezegd: maak het jezelf niet te moeilijk. Dat komt vanzelf wel.

  • Zorg er voor dat je de toonsoort weet. En zorg er voor dat je het CAGED-systeem mee kan spelen op de juiste positie. Dus zorg er voor dat je ROOT weet te vinden. De beste manier om de toonsoort te vinden is om DoReMi er doorheen te zingen op de juiste toonhoogte. Do valt dan samen met Root. En dan heb je de toonsoort al gevonden.

  • Let op
    in veel liedjes verandert de toonsoort tijdens het liedje.
    Probeer dan de nieuwe toonsoort te vinden zodat je direct weer verder mee kan spelen met behulp van de CAGED-patronen.
    Of
    kies een ander liedje uit dat niet van toonsoort wisselt. Maak het jezelf niet te moeilijk.

SP013A000